Gisteren was ik les aan het geven op een basisschool. Bij de vierde groep leerlingen werd ik me er van bewust dat ik geïrriteerd was. Ik stoorde me aan de drukte van de kinderen, ze waren te luid, te beweeglijk, te weinig gefocust. Dat vond ik op dat moment…..
Ik voelde frustratie en onrust in heel mijn lijf. Regelmatig is mijn impuls dan om in de controle te schieten. Dan wordt ik streng, ga strak begrenzen, enz. Maar gisteren kwam het gevoel zo bewust binnen dat ik in staat was om gewoon eens even te blijven zitten en waar te nemen wat er in mij gebeurde. En om te kijken naar wat de leerlingen nou eigenlijk deden.
In mijzelf :
Mijn “ik-wil-alles-goed-doenertje” was duidelijk hard aan het werk geweest. Ik voelde hoe ik mezelf in de eerste drie lessen ‘leeg’ had gegeven. Ik was heel hard aan het werk geweest om alles ‘goed’ te laten verlopen, maar niet verbonden aan mezelf.
Bij de leerlingen:
Toen ik zo eens een stapje terug deed door niets te doen en alleen maar te kijken, zag ik vooral plezier en betrokkenheid bij de leerlingen. Ze waren heel enthousiast aan het werk. Ik zag mezelf ineens als de figuurtjes op deze foto van een kunstzinnige opdracht die ik een aantal jaar geleden deed. De opdracht was:
Verbeeld in klei:
· Geven zonder gecentreerd te zijn
· Het centrum komt dichter bij
· Het gecentreerd zijn is er helemaal
· Vanuit mijn centrum ga ik voorzichtig weer schenken
· Ik schenk gecentreerd en ben helemaal bij jou
Gisteren voelde ik me eerst als het linker figuurtje, compleet leeg. Door dit bewust te worden, even ‘op mijn handen te gaan zitten’ en me terug te verbinden met mezelf kon ik de les na een paar minuutjes weer oppakken als het rechter figuurtje: opgeladen, gecentreerd en met volle aandacht bij de leerlingen. Geven kost dan geen energie.