Soms ben ik aan het schilderen en merk ik dat ik een soort haat-liefde verhouding heb met het beeld dat ontstaat. Dan gaat het schilderij iedere keer weer voor langere tijd aan de kant. Tegelijkertijd blijft het aan me trekken en komt er stap voor stap iets bij. En als ik eerlijk ben, zijn dit de interessantste om te maken. Ik weet dat ze me iets te vertellen hebben dat ik (nog) niet kan of wil horen. Het zijn puzzeltjes.
Dit is zo’n schilderij……
Ik heb vaak staan kijken naar deze gebogen dame met de lach op haar gezicht. Vaak gedacht alles over te schilderen en opnieuw te beginnen. Wat trok me in haar zo aan en stootte me tegelijk af? En dan is er ineens het moment dat ik het zie.
Deze vrouw buigt zover dat ze een stok nodig heeft om zich staande te houden. Het ziet er oncomfortabel uit, maar ze blijft er bij lachen. Waarom buigt ze zover? Omdat ze anders niet binnen het kader past…..
De slang die zich meestal plat over de grond beweegt, richt zich hoog op. Als om te laten zien: Richt je op! Ga staan! Neem je ruimte in!
Wie dien je er mee als je jezelf klein probeert te houden? Hoe waardeer je jezelf?
Dat is wat ik gespiegeld kreeg door dit schilderij. Het deel van mij dat zich aanpast om binnen de kaders te blijven. Om aardig gevonden te worden, niet lastig te zijn, niet teveel ruimte in te nemen, enz. (En dus met de innerlijke overtuiging: ‘ik ben niet aardig’, ‘ik ben lastig’, ‘ik ben te aanwezig, neem teveel ruimte in’.) Al het ongemak weglachend. Vele jaren was dit mijn overlevingsstrategie tot ik het me bewust werd en het patroon stap voor stap doorbrak ….
Inspiratie en bekrachtiging vond ik onder andere in Marianne Williamsons boek – ‘Terugkeer naar liefde’:
‘Onze diepste angst is niet dat we onvolmaakt zijn.
Onze diepste angst is dat we immens krachtig zijn.
Het is ons licht, niet ons duister, dat ons het meest beangstigt.
We vragen ons zelf af;
Wie ben ik, om briljant, slim, talentvol en prachtig te zijn?
Maar wie ben jij om dat niet te zijn?
Je dient de wereld niet met valse bescheidenheid.
Er is niets verhevens in, jezelf klein te maken,
zodat andere mensen zich niet onzeker zullen voelen.’